We kenmerken diarree door dunne mest bij paarden. Vaak hebben de paarden niet alleen dunne mest, maar moeten zij ook vaker mesten dan op een normale dag. De darminhoud gaat bij diarree zo snel door de darmen dat er te weinig vocht en voedingsstoffen uit de mest onttrokken worden. we typeren diarree niet als een aandoening maar het is een symptoom van een onderliggen probleem bij het paard.
Doordat diarree geen aandoening is maar een symptoom kan het verschillende oorzaken hebben. Het kan onschuldig zijn maar het is belangrijk om de oorzaak te vinden.
We zien diarree vaker voorkomen wanneer het voer van het paard plotseling veranderd wordt. Het abrupt veranderen van het voer kan de darmflora van het paard verstoren. De darmflora heeft tijd nodig om zich aan te passen aan het nieuwe rantsoen van het paard.
Ook bij wormen kan er diarree ontstaan. Vooral de bloedworm kan voor problemen zorgen in de darmflora. Deze wormen zorgen ervoor dat delen van het dikke darmslijmvlies kapotgaan waardoor er diarree ontstaat.
Een paard wat bijvoorbeeld veel zand eet kan ook diarree krijgen. Teveel zand eten leidt in de meeste gevallen voor diarree, maar kan ook snel weer afgevoerd worden door de darmen.
Ook bij gebitsproblemen en stress kan diarree ontstaan. Een slecht gebit zorgt ervoor dat het voedsel niet goed genoeg gekauwd kan worden waardoor er grote stukken in de darmen terecht komt. Een paard met veel stress heeft een negatieve invloed op de darmflora waardoor de kans op diarree ook groter is.