Veel ruiters scheren hun paard in de winter. Paarden met een dikke vacht zweten vaak sneller en meer, waardoor het paard na inspanning moeilijk droog te krijgen is. Door het paard te scheren droogt het sneller. Scheren helpt bij de afvoer van warmte tijdens het werken.
Je kunt het paard het beste scheren op het moment dat de wintervacht al volledig is doorgekomen bij jouw paard. Meestal beginnen de meeste ruiters rond half oktober met het scheren van het paard, maar dit is uiteraard afhankelijk van de wintervacht van jouw paard.
Het haar van het paard blijft ondanks het scheren natuurlijk wel gewoon groeien, veel ruiters scheren hun paard dan ook twee keer per jaar; eerst halverwege oktober en dan aan het einde van het jaar/begin van het nieuwe jaar nogmaals.
Belangrijk is om het scheren secuur aan te pakken. Niet iedereen kan zomaar scheren. Niet ieder paard vind het scheren even fijn en sommige paarden worden erg nerveus van het scheren, zorg dus dat jij goed voorbereid bent.