Hoef supplementen voor het paard
- Blog
- 27 jan 2021
- 213views

Voedingssupplementen, gewoonlijk ook wel nutraceutica genoemd, zijn producten die oraal ingenomen worden, die vaak een of meerdere ingrediënten bevatten die bedoeld zijn om het dieet aan te vullen. Hieronder verstaan we vitamines, mineralen, kruiden of andere plantaardige stoffen, aminozuren, enzymen, orgaanweefsels, klieren, of metabolieten. Van de grote hoeveelheid supplementen die beschikbaar zijn voor paarden, behoren hoefsupplementen tot de meest populaire.
Volgens marktonderzoek uit 2008 is 10% van alle paardensupplementen die in de Verenigde Staten verkocht worden, voor de hoeven van het paard. Hoefsupplementen zijn geïndiceerd voor paarden met droge, gebarsten of broze hoeven of chronische pijnlijke voeten. Typische ingrediënten voor hoefsupplementen waarvan wordt aangenomen dat ze de hoefgroei bevorderen, zijn onder meer biotine, methionine, zink of zinkmethionine, zwavel, een verscheidenheid aan vitamines en mineralen, gist of gistextracten, aminozuren, omega-3 vetzuren en probiotica zoals Lactobacillus Acidophilus.
Hoefstructuur en de groei
De hoef is een gemodificeerde huid die uit vier delen bestaat; de wand, de periopel, de straal en de zool. De wand van de hoef groeit van de coronaire band naar beneden in de richting van de grond. Deze wand glijdt over de onderliggende weefsels die het hoefkraakbeen bedekken en slijten uiteindelijk weg tegen de grond. Om deze reden kunnen beschadigde hoefweefsels, scheuren en groeven niet zomaar genezen. In plaats daarvan moet het beschadigde weefsel uitgroeien en vervangen worden door een nieuwe, gezonde hoefwand.
Aangezien de gemiddelde hoef groeit met een snelheid van 6-15 mm per maand, duurt het ongeveer een jaar voordat de hele hoef vervangen is door nieuw weefsel. Dit verklaart waarom hoefproblemen zo frustrerend kunnen zijn voor zowel de eigenaren, als de hoefsmeden en dierenartsen.
Hoe werken hoefsupplementen?
In het algemeen wordt aangenomen dat hoefsupplementen, net als elk voedingssupplement, een of meerdere voedingssubstanties bevatten waarvan wordt aangenomen dat ze ontbreken in het huidige dieet van het paard. De meeste, maar niet alle, meest populaire hoefsupplementen bevatten biotine- een in water oplosbare vitamine B, die in de jaren dertig werd ontdekt. Nadat mensen beweerden dat biotine de nagel- en huidkwaliteit verbeterde, werd biotine aan paarden gevoerd in de hoop op dezelfde respons.
Biotine is een essentiële voedingsstof en moet dus via de voeding worden verkregen. Belangrijke bronnen van biotine bij paarden zijn het ruwvoer (bijvoorbeeld haver, gerst en sojameel) en een deel wordt geproduceerd door specifieke microben die in de dikke darm leven en door het paard worden opgenomen. Er zijn maar weinig onderzoeken uitgevoerd bij paarden die specifiek de werkzaamheid van biotine evalueren. Op basis van het beschikbare onderzoek is de huidige aanbeveling om gedurende minimaal 8-12 maanden 20 mg biotine per dag toe te dienen.
Methionine, een ander veelgebruikt ingrediënt in hoefsupplementen, is een zwavelhoudend aminozuur dat niet door het lichaam kan worden aangemaakt en daarom uit de voeding moet worden gehaald. Men denkt dat zwavelhoudende aminozuren belangrijk zijn voor de vorming van verknopingen in het hoefweefsel die de hoef uiteindelijk sterk en veerkrachtig maken. Evenzo wordt gedacht dat het leveren van zwavel en zink in de voeding bijdraagt aan het verbeteren van de sterkte van de hoef. Optimale doses en werkzaamheid van deze en andere ingrediënten zijn echter niet vastgesteld.
Andere ingrediënten zoals aminozuren, eiwitten, collageen en vetzuren worden ook opgenomen in hoefsupplementen, in een poging om een sterke, gezonde hoefgroei te bevorderen. De werkingsmechanismen van deze ingrediënten blijven onduidelijk. Alle paarden in alle levensfasen zijn vatbaar voor voedingstekorten en daaruit voortvloeiende schadelijke effecten.
Werken hoefsupplementen echt?
Op basis van de enorme populariteit van voedingssupplementen is de vraag of hoefsupplementen als dan niet effectief zijn bijna ter discussie. Eigenaars en trainers ervaren dat ze effectief zijn en zullen ze dan ook blijven gebruiken.
In termen van een evidence-based benadering zijn er momenteel onvoldoende wetenschappelijke gegevens om deze vraag te beantwoorden. Er is slechts een klein aantal onderzoeken gepubliceerd en er zijn tegenstrijdige resultaten. In 1998 bijvoorbeeld onderzocht een groep Schotse Wetenschappers van de Royal School of Veterinary Studies aan de Universiteit van Edburgh, vier paar pony’s die ogenschijnlijk gezond waren en geen hoefkapsel afwijkingen vertoonden. De vier pony’s in de behandelde groep kregen 0,12 mg/kg biotine, wat overeenkomt met ongeveer 60 mg biotine per paard per dag. Na vijf maanden biotine zagen de wetenschappers een toename van 15% in groeisnelheid van de hoef. De hoefcapsule groeide 35,34 mm bij de behandelde pony’s vergeleken met slechts 30,69 mm in de controlegroep. Studies toonden aan dat biotine defecten in de structuur en hoorn van de hoef verhelpt, en in gevallen van verstoorde hoornelasticiteit. De ingrediënten in hoefsupplementen worden over het algemeen beschouwd als veilig. Desalniettemin suggereren paardenvoedingsdeskundigen dat eigenaren naast het toedienen van orale hoef supplementen aan paarden met ‘slechte voeten’, een multimodale benadering van voetverzorging omarmen die regelmatig bekappen en beslaan door een professionele hoefsmid omvat.
Om een hoogwaardig voedingssupplement te selecteren kunnen eigenaren snel een productetiket doornemen met behulp van het ACCLAIM-systeem. Als alternatief kunnen consumentenproducten zoeken met de goedkeuringsstempel van de NASC.