Spijsvertering van uw paard

Voor een goede gezondheid van het paard is het belangrijk dat de paarden op zo’n manier gevoerd worden die past bij het maag-darmkanaal van het paard. Als hier niet aan wordt voldaan kunnen allerlei problemen ontstaan zoals koliek, diarree, maagzweren, hoefbevangenheid, tekort aan belangrijke voedingsstoffen etc. Hieronder wordt uitgelegd hoe het maag-darmkanaal van een paard werkt en waar rekening mee gehouden dient te worden om paarden gezond te houden.

Hoe werkt het maag-darmkanaal van uw paard?

Paarden zijn éénmagige planteneters die een belangrijk deel aan voedingsstoffen halen uit de fermentatie van ruwvoer door bacteriën (microbiële fermentatie) in de blinde en dikke darm. Hierdoor kunnen paarden in principe leven op uitsluitend ruwe vezelrijke voedermiddelen.

De maag & maagzweren

Als een paard zijn voedsel opneemt, komt het na het kauwen waarbij speekselvermenging optreedt, in de maag. Het paard heeft een relatief kleine maag (10-20 L) waar een pH van 2 tot 3 heerst.
Het voedsel blijft tussen de 1 en 5 uur in de maag. De maag begint zich al te legen als deze voor 2/3 gevuld is, dit is een veiligheidsmechanisme omdat een paard niet kan braken.
Het is belangrijk dat paarden veel kauwen, het hierdoor geproduceerde speeksel buffert de pH in de maag, waardoor het hier niet te zuur wordt. Als er onvoldoende speeksel wordt geproduceerd (bijv. door te weinig ruwvoer of teveel krachtvoer waar minder op gekauwd hoeft te worden) kunnen er maagzweren ontstaan, ook spelen stress en medicatie (pijnstillers) hier een rol bij.

Luchtzuigen wordt tegenwoordig ook in verband gebracht met maagzweren. Als een paard luchtzuigt, dan wordt er vermoedelijk ook speeksel aangemaakt. Dit is dus de oplossing van het paard om zijn maagzuur te neutraliseren zonder ruwvoer. Maar luchtzuigen is ook een stereotiep gedrag, dieren leren het zichzelf aan om onnatuurlijke situaties te ontwijken. Als paarden luchtzuigen hebben ze dus niet automatisch ook maagzweren, deze kunnen inmiddels al genezen zijn.

Minimaal 60% van de paarden heeft last van maagzweren.

De dunne darm

In de ruim 20 meter lange dunne darm wordt het zure maagsap geneutraliseerd door darm- en pancreassap (bicarbonaat), de spijsbrij (chymus) blijft tussen de 45 minuten en 3 uur in de dunne darm.
Hier worden koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen en vitamines opgenomen in het bloed.
Binnen 6 uur zal het voedsel doorgaans de maag en de dunne darm hebben gepasseerd.

De dikke en blinde darm

In het caecum (blinde darm) en het colon (de dikke darm) (totaal tussen de 90-115 liter) zal de chymus vervolgens 30 tot 48 uur verblijven.
Paarden hebben in de dikke en blinde darm miljarden micro-organismen, welke van verschillende stammen afkomstig zijn. Deze microben leven in een evenwicht met elkaar en leven van de voedingstoffen die het paard niet heeft kunnen opnemen in zijn dunne darm.
In een gezonde toestand zijn dit de stoffen die niet verteerbaar zijn door de verteringsenzymen van het paard zelf, bijvoorbeeld ruwe celstoffen, vezels en eiwitten.

Bij deze microbiële fermentatie worden vluchtige vrije vetzuren (VVZ’s, voornamelijk acetaat, propionaat, butyraat, lactaat en valeraat) en vitamine B, K en biotine geproduceerd.

Deze VVZ’s zijn de originele energiebron van het paard.

Voor de absorptie van VVZ’s in de dikke darm is een pH van boven de 6 optimaal. Als de pH daalt door bijvoorbeeld een verhoogde lactaat (melkzuur) productie als gevolg van teveel koolhydraten in het voer of bedorven en beschimmeld voer, dan zullen de VVZ slechter worden opgenomen wat overmatige gasvorming en koliek tot gevolg kan hebben.

Digestiestelsel

Het digestiestelsel van het paard is van nature volledig ingesteld op het ruwvoer, als we nu krachtvoer bij gaan voeren leidt dit al snel tot problemen. Redenen voor deze problemen zijn dat:

• Er teveel makkelijk verteerbare koolhydraten gevoerd worden, teveel suikers bereiken dan de dikke en blinde darm;
• Krachtvoer te compact is of het wordt niet goed gekauwd, zodat de verteringsenzymen niet bij het zetmeel kunnen om deze af te breken tot koolhydraten;
• Het voedsel te kort in de maag en de dunne darm verblijft, zodat niet alle koolhydraten kunnen worden verteerd en opgenomen

Het gevolg hiervan is dat teveel koolhydraten en suikers ter beschikking komen voor de bacteriële fermentatie. In dit geval zal de Lactobacillus spp (bepaalde stam bacteriën die melkzuur produceert) zijn kans grijpen en deze koolhydraten om gaan zetten in lactaat en bepaalde amines. Deze kunnen endogene amines nabootsen en dan perifere vasoconstrictie (samentrekking van de bloedvaten) en het samentrekken van de darmen veroorzaken. Een gevolg is dan krampkoliek.

Ook heeft een verlaging van de pH door de hoge lactaatvorming tot gevolg dat de VVZ’s minder goed door de darmwand worden geresorbeerd (gaskoliek). Daarbij kunnen de  ‘commensalen‘ (normale bacteriën) zich niet goed meer handhaven. De ‘ongezonde‘ bacteriën krijgen de overhand en zullen allerlei (endo)toxinen (gifstoffen) gaan produceren.
Door de verlaging van de pH in de darm zal de darm geprikkeld worden en kan mogelijk de permeabiliteit (doorlaatbaarheid van stoffen uit de darm) van de (dikke) darm vergroot zijn, waardoor potentiële giftige stoffen in de bloedcirculatie terecht kunnen komen. Dit kan leiden tot koliek en hoefbevangenheid.

Het microbiële evenwicht in de darmen is ook makkelijk te verstoren door transport, stress, antibiotica, wormspuiten, andere chemicaliën, dehydratie, omgevingstemperatuur, teveel koolhydraten, bedorven voer, ziekte (bijv. pancreatitis).

Door bovenstaande factoren kunnen makkelijk hele populaties bacteriën doodgaan welke endotoxinen achterlaten (vooral Clostridia spp). Deze endotoxinen worden door de darmwand opgenomen en kunnen in het slechtste geval leiden tot een endotoxinenshock met de dood als gevolg. In een minder ernstige vorm kunnen ze hoefbevangenheid veroorzaken of het opflikkeren van een chronische hoefbevangenheid.

Wanneer uw paard gevoelig is voor maag- en darmstoornissen kunnen wij u adviseren TRM GNF bij te voeren, dit voedingssupplement ondersteunt een gezond darmstelsel en kan tevens gevoerd worden indien uw paard last heeft van maagzweren, TRM GNF zorgt voor de juiste balans.

Voorkom problemen

Om bovenstaande problemen te minimaliseren is het raadzaam om paarden tenminste 4 keer per dag voldoende ruwvoer te geven en de krachtvoergift te minimaliseren en vaker in kleine porties te voeren.
Ook kunnen de darmen in balans gehouden worden met probiotica (Cavalor VitaFlor 365), zowel preventief maar zeker bij gebruik van antibiotica of bij andere medicatie. Om uitdroging te voorkomen is het raadzaam om electrolyten te geven bij warm weer, transport en inspanning.

Weinig krachtvoer geven en voornamelijk ruwvoer heeft weer een ander risico.
Ruwvoer is vaak erg wisselend qua samenstelling, eigenlijk zouden geregeld ruwvoeranalyses moeten worden uitgevoerd om de volledigheid hiervan te bepalen.

Andere redenen waarom paarden een vitaminen- of mineralen gebrek kunnen oplopen zijn:

• Een onvoldoende voederopname
• Een te gering vitaminegehalte in het voer
• Een te geringe beschikbaarheid van de vitamine
• Een niet-uitgebalanceerde voedersamenstelling
• Onvoldoende absorptie van het vitamine uit het maag-darmkanaal
• Een verhoogde behoefte van het dier tijdens bepaalde fysische stadia (sport,dracht en ziekte)
• Het voorkomen van anti-vitaminen in het voer

Paarden hebben voldoende vitaminen en mineralen nodig om het lichaam gezond te houden en te kunnen voldoen aan de verlangde prestaties. Bij twijfel over de volledigheid van het voer kan een volledig vitaminen en mineralensupplement gegeven worden. Equilin Balancer is ons best verkochte vitaminen- en mineralen supplement, dit supplement is een goede aanvulling voor paarden welke meer arbeid moeten verrichten.

Bekijk hier het volledige overzicht met supplementen voor een optimale spijsvertering

© 2024 DocHorse. All Rights Reserved.