Test de mest van je paard op zand!

Waarom het zo belangrijk is om te testen

Elk paard heeft wel een beetje zand in de darmen, wat niet direct een probleem vormt. Zand komt over het algemeen in de darmen terecht doordat, tijdens het eten, kleine beetjes aarde (bodem, zand) meekomen. Dit gebeurt bij het eten vanaf een zanderige ondergrond (paddock), of bij het grazen op een korte weide. Meestal gaat dit zand redelijk probleemloos het spijsverteringskanaal door met zijn voeding. Maar zodra er meer zand blijft hangen dan er mee naar buiten komt, is het belangrijk om aan de bel te trekken. Je kunt zand in de darmen in veel gevallen zelf behandelen. Hoe kun je jouw paard helpen bij dit probleem? 

Hoe test ik? We nemen je stap voor stap mee

Je hebt nodig: een doorzichtig zakje of een handschoen, touwtje om het mee op te hangen en dicht te binden. 

Stap 1: Neem het zakje of de handschoen en pak daarmee een handvol verse mest. LET OP: neem dit van de bovenkant van de hoop, zodat het niet in contact is geweest met de grond, om de test zo zuiver mogelijk te doen. Liefst dus ook, als dat kán, van een niet-zanderige ondergrond om ook opgewaaid zand te vermijden.

Stap 2: Doe er water bij. Zorg dat de mestballen net onder water staan. Kneed de mest even een tijdje los zodat het goed mengt met het water. Hang het nu op met de punt van de zak of de vingertoppen naar beneden.

Stap 3: Laat het minimaal een uurtje hangen, met de vingertoppen of punt van de zak naar beneden. Het zand zakt nu naar het laagste punt. Zo kun je goed zien of het veel of weinig is. Wat is (te) veel? Een half theelepeltje mag, maar meer niet. Hieronder leggen we uit wat elke hoeveelheid die je aan kan treffen betekent voor de vervolgstappen.

Waar let ik nog meer op bij het testen van de mest?

Test meerdere dagen achter elkaar om een goed beeld te krijgen van de hoeveelheid zand in de mest van je paard. Je paard poept het zand in de mest namelijk niet altijd gelijkmatig uit, soms komt er dus veel zand mee en de dag daarna weer wat minder. Belangrijk is dus dat je echt meerdere dagen test.

Wat moet je nu precies met de uitslag? Als je zand aantreft, weet je zeker dat er zand in de darmen zit. Omgekeerd is het niet zo, dat als de test ‘schoon’ van zand is, er 100% zeker niets zit. Kortom: ook al is testen geen 100% duidelijke zaak, je weet in ieder geval meer dan wanneer je nooit test. Zo heb je dus meer kans om op tijd aan de bel te trekken. Vandaar dat steeds meer dierenartsen en andere paardenprofessionals oproepen het maar vooral wél te doen.

Waar baseer je het plan van aanpak op?

Geen zand of slechts 1 theelepel: Geef een kuur PyslliumMash preventief. Er is namelijk niet direct een garantie dat er helemaal geen zand in de darmen zit, maar de test is wel heel nuttig voor de indicatie van de hoeveelheid zand en of je echt aan de bel moet trekken, omdat je paard er last van heeft. 

1 tot 3 theelepels zand: een kuur van 5 tot 7 dagen is een aanrader. Je paard heeft in dit stadium waarschijnlijk nog niet echt last van klachten, maar behandel wel voordat er klachten ontstaan.

Meer dan 3 theelepels zand in combinatie met klachten: Neem contact op met je dierenarts en start een kuur.